Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)

Er zijn verschillende vormen van, en instellingen voor, geestelijke gezondheidszorg. Vanaf januari 2015 wordt er niet meer gesproken over eerstelijns en tweedelijns psychologische zorg, maar over ‘gegeneraliseerde basis GGZ en gespecialiseerde GGZ’. Onder generalistische basis GGZ vallen milde en licht psychische klachten die vaak kort te behandelen zijn.
Onder specialistische GGZ vallen de zwaardere psychische aandoeningen. Voor deze beide soorten psychologische zorg heb je een verwijzing nodig van de huisarts. Ze worden beide vergoed vanuit de basisverzekering, maar gaan wel af van het eigen risico.

  • Eerste inschatting van de ernst van de problemen dient vlot plaats te vinden;
    Dit kan door een basispsycholoog, cq praktijkondersteuner van de huisarts POH). Hier kan ingeschat worden naar welk therapeut/psycholoog/psychiater doorverwezen moet worden aan de hand van de klachten en behoeften;
  • De wachttijden moeten kort zijn;
    Indien de gewenste behandelaar (te) lang geen ruimte heeft moet er een (tijdelijk) alternatief aangereikt worden; hierbij zouden ook basispsychologen een rol kunnen spelen;
  • Indien er sprake is van lichte(re) problematiek;
    Er zou geen noodzaak moeten zijn om tot een DSM- diagnose te komen voor ondersteuning. Er moet dan ruimte zijn voor laagdrempelige ondersteunding en/of behandeling;
  • De huisarts zou niet zonder toestemming/ medeweten van een psycholoog/psychiater medicatie mogen voorschrijven die bedoeld zijn te gebruiken voor ernstige psychische stoornissen;
    Dit kan ernstige gevolgen hebben en van nadelige invloed zijn in een verdere behandeling. Daarbij ligt de specialisatie bij de psycholoog of psychiater.
  • Mochten de klachten sterk veranderen en/of verslechten;
    Dan is er noodzaak voor een ander type zorg, dient er ruimte te zijn voor een vlotte overstap met de huisarts als regiehouder;
  • De administratieve lasten en regelgeving voor hulpverlening en artsen;
    Dit zou minder moeten worden zodat er meer tijd en ruimte is voor de cliënten. Vereenvoudiging van systemen en regelgeving geeft ruimte voor kwaliteitzorg. Buiten dat is er geen ingewikkelde procedure nodig in deze tijd van systeem-ontwikkelaars.
  • Regionale coördinatie tussen zorgverzekeraars en gemeenten;
    Bindende afspraken moeten er gemaakt worden tussen organisaties op regionaal niveau tussen verzekeraars, aanbieders, gemeenten, cliënten-organisaties en woningbouwcorporaties. Dit om samenwerking te bevorderen, maar ook de marktwerking te verminderen.
  • In geval van kinderen en jeugdigen onder de 18 jaar;
    Moet men extra waakzaam zijn met verwijzing, diagnosticeren en eventuele medicatieverschaffing.
    Een individuele aanpak, waarbij gelet wordt op de behoeften, het netwerk en capaciteiten is hierbij van belang. Zeker als er problematiek, syndromen, autisme, beperkingen of gedragsproblemen zijn. Deze kinderen hebben andere zorg nodig, we moeten daarom meer specialisten hebben die deze kinderen goed kunnen begeleiden.