Q-koorts

In Nederland werden jaarlijks ongeveer 15 besmettingen bij de mens geregistreerd, maar vanaf 2007 begon dat aantal sterk te stijgen. Medio 2011 leek de uitbraak in Nederland voorbij omdat zo goed als geen nieuwe patiënten meer gemeld werden. Naar schatting 100.000 personen waren toen besmet geraakt en tenminste 25 van hen zijn overleden aan de ziekte. Eind mei 2016 werd echter bekend dat er zeker 74 doden zijn als gevolg van Q-koorts.

In zijn rapport van 19 juni 2012 concludeert de ombudsman dat de overheid het vertrouwen van de burgers ernstig heeft geschonden, doordat er onvoldoende aandacht was voor voorlichting over het besmettingsgevaar en gezondheidsklachten niet of te laat werden erkend.
De regering stelde 10 miljoen euro beschikbaar voor de slachtoffers maar bood geen excuses aan. Op 11 april 2013 voerde de Tweede Kamer een debat over de nasleep. In 2014 start zoals hierboven reeds gemeld, een vervolgonderzoek in Herpen, waar de eerste uitbraak was.

Op 2 november 2015 startten 300 Q-koortsslachtoffers een procedure tegen de staat nadat de minister op 15 oktober het bemiddelingsvoorstel van de voorzitter van Question had afgewezen. De zitting was op 17 oktober 2016. De Haagse rechtbank was op 25 januari 2017 echter van oordeel, dat de overheid niet nalatig was geweest in haar aanpak van de Q-koortsepidemie die tussen 2007 en 2011 heerste.
In maart 2017 doet de nationale ombudsman een dringend appèl op de minister van VWS en de staatssecretaris van Economische Zaken om voor de Q-koortspatiënten met een concreet gebaar zichtbaar en voelbaar te maken dat zij hen niet erkennen.