Huisartszorg

De huisarts is de eerste aansprekende arts voor de patiënt en deze voert de regie over het zorgproces van zijn/haar patiënt;
Dit zorgt voor een veilig en vertrouwd gevoel voor de patiënt. In samenspraak wordt bepaald wat de mogelijkheden in zorg zijn. Dit zal de zelfredzaamheid en het welzijn van de patiënt verbeteren.

Zowel de huisarts als de patiënt weten het beste wat goed is voor de patiënt;
De zorgverzekeraar en de vertegenwoordiging van de professional bepalen nu wat kwaliteit van zorg is, terwijl dit primair een zaak is waarin de patiënt centraal moet staan. Individueel, leeftijd- en cultuurgebonden met natuurlijk een aantal harde variabelen, zoals levensverwachting en mogelijkheden van de patiënt in denkvermogen.
 

  • De zorgverzekeraars moeten terug in hun hok en geen bank spelen;
    De zorgverleners hanteren een zorgmodel, waarin het primaire proces zich afspeelt tussen patiënt en zorgverlener. Alle andere partijen hanteren een ander model, het verdienmodel wat niet ten dienste staat van het primaire (zorg)proces. Dit heeft verregaande gevolgen, omdat het zorgmodel per definitie in de procesgang ondergeschikt wordt als gevolg van een zwakkere onderhandelingspositie;
  • De normpraktijk moet worden teruggebracht naar 1750 patiënten;
    Al jaren worden de huisartsen voorgespiegeld dat de normpraktijk voor 1fte huisarts ver naar onderen moet worden bijgesteld. Dit is natuurlijk onmogelijk als de vaste abonnementsgelden per patiënt jaarlijks omlaag gaan!
  • Herziening vestigingsbestanddeel huisartstarief;
    Nu krijgt iedere huisarts een vast tarief voor zijn standplaats, ongeacht of deze is gevestigd in noordoost Groningen of het centrum van Amsterdam of Den Haag. Via een enquête bij de huisartsen kan HCF de gegevens inventariseren en bespreken met de landelijke verenigingen en de zorgverzekeraars.
  • Geef een fatsoenlijk arbeidscontract en een fatsoenlijk loon;
    De verdere ontwikkeling van het POH (Praktijk Ondersteuner Huisarts) -model staan in de huidige vorm, waarbij aangetoonde onderfinanciering aan de basis ligt van het positieve rendement voor verzekeraars en het negatieve rendement voor de huisartsen. Zij dragen ook nog eens alle bedrijfsrisico’s. De werkgeversrisico’s moeten worden afgedekt door financieel krachtiger partijen dan de huisartsen. Binnen de zorg moet gestreefd worden naar de lange en duurzame arbeidsovereenkomsten, in plaats van ZZP en jaarcontracten, die de relatie met de patiënt ondermijnen;
  • Zorgdragen dat het zorggeld aan zorg wordt besteed;
    Er moet een veel striktere controle komen op belangenverstrengelingen. Momenteel is het zo dat bijvoorbeeld zorginkopers van verzekeraars in de Raad van Advies kunnen zitten van leveranciers van HIS (Huisarts Informatie Systeem) software en controle software. Dit leidt ertoe dat er doorslaggevende impulsen zijn om te kiezen voor specifieke software wat in de praktijk een factor 1000 in prijsverschil kan uitmaken.
  • Zorgverzekeraars zijn veel grotere kostenposten dan zorgverleners;
    Er moet een maximum worden gesteld aan de kosten van de begeleiding van het primaire proces. De huisartsen produceren 95 % van de consulten voor 3 % van de totale kosten in de zorg. De partij die bewaker moet zijn van de kosten heeft een budget en een reserve van bijna het achtvoudige. Zorgverzekeraars moeten gezien en behandeld worden als de grootste en minst rendabele kostenpost in de Zorg;
  • Geef de patiënt de pillen die hij nodig heeft en beëindig de dubieuze onderonsjes tussen verzekeraars en farmaceutische industrie;
    Het onder de tafel inkopen en tegen hoger tarief verkopen van preferent gemaakte middelen moet worden verboden. De invloed van farmaceuten moet op alle mogelijke manieren worden ingedamd. Wetenschappelijk onderzoek naar effectiviteit van middelen moet terug naar door de overheid betaalde wetenschappelijke instituten. Behandelingsstandaards moeten door een onafhankelijk orgaan worden geautoriseerd;
  • Geen infiltratie en inmenging in organisaties van artsen en patiënten;
    Financiering van belangenbehartigers, zoals patiëntenorganisaties en vertegenwoordiging van zorgprofessionals, moet worden losgekoppeld van financiële belangenpartijen zoals verzekeraars en farmaceuten.