De woningnood binnen de goedkopere ofwel sociale huurwoningen viert al jaren hoogtij. Je bent starter, moet door een lichamelijk ongemak gelijkvloers gaan wonen of je hebt een relatie achter de rug en moet de gezamenlijke woning verlaten, dan heb je een groot probleem.
Regeltjes
Ondanks dat de overheid zich al sinds de oorlog bezighoudt met veel nieuwbouw, schijnt het toch niet te lukken om het zodanig aan te pakken, dat het ook effect heeft. Het opstellen van regeltjes hoe de huurwoningen moeten worden verdeeld en hier allerlei commissies voor in te stellen, weet men het niet aan te pakken. Op tv wordt er veel aandacht aan besteed, zoals afgelopen 6 mei nog bij Kassa. De gesprekspartners wijzen duidelijk naar elkaar die de regels bepalen.
Overheid
Het tekort aan sociale huurwoningen bedraagt op dit moment 160.000! Bij een dergelijk tekort zou je denken dat men er alles aan doet om die achterstand weg te werken. Maar nee, het aanbod van sociale huurwoningen liep in zes jaar (2009-2015) terug van 75% naar 58%.
Daarbij vond men schijnbaar de woningnood opgelost, zodat men het ministerie van Volkshuisvesting zijn zelfstandigheid (na ruim 65 jaar) ontnam en onder een ander ministerie schoof. De taken van het departement gingen per 14 oktober 2010 deels over naar het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De verantwoordelijkheid voor taken op het gebied van volkshuisvesting, wijken en integratie ging over naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Nou, daar schiet de burger veel mee op! Een beetje schuiven met departementen, heel veel commissies in het leven roepen, stapels papier produceren met hoe het zal moeten en dat is het.
Ministerie van VROM
Zelf heb ik 13 jaar op het ministerie van Volkshuisvesting en RO gewerkt, van 1968 tot 1981. In die tijd had het departement nog invloed op woningbouwverenigingen. Er werden richtlijnen opgesteld over het aantal woningen en hoe die moesten worden verdeeld in woningwet, premiehuur en vrije sector woningen en er werd streng op gecontroleerd. Ook de aanvangshuur en de huurverhoging de komende jaren werd door ons bepaald. Dit gebeurde op basis van een dynamische kostprijshuur.
Mijns inziens bouwen die woningcorporaties maar raak en dan het liefst in de vrije sector. Dit levert namelijk meer op. In Leiden wordt er nieuwbouw gepleegd. Huren van €1500 tot €2000 worden met een strak gezicht aangeboden! Schaamteloos!
Passend Toewijzen
Per 1 januari 2016 is de regel ‘Passend Toewijzen’ ingevoerd. Zij wijzen de woningen toe aan mensen met een laag inkomen, die in aanmerking komen voor huurtoeslag.
De corporaties schuiven alles naar die commissie, die de aanvragen theoretisch bekijkt en beoordeelt. Het is een soort loterij. Bij de gemeente of bij de corporatie behoef je niet aan te kloppen, want voor je het weet sta je weer buiten, zonder resultaat.
Te weinig betaalbaar aanbod
Voor woningzoekenden met een laag inkomen, worden er zeer weinig sociale woningen aangeboden. Mocht er een woning vrijkomen, dan kun je, met voldoende punten, hierop reageren. De kans dat je de woning dan toegewezen krijgt is nihil. Je moet je niet verbazen als er nog 300 kandidaten voor je zijn. De wachttijd op zo een woning is wel 5 tot 6 jaar!
Starters kunnen het vergeten om een goedkope huurwoning aangeboden te krijgen. Vaak is het inkomen te laag en hebben zij geen of onvoldoende woningpunten. Het kan jaren duren voordat zij zelfstandig kunnen gaan wonen.
Woningnood
Naast de starters zijn er nog drie groepen mensen met een zeer groot probleem op het gebied van huisvesting.
Groep 1
De mensen met een lichamelijke beperking. Velen hebben een aangepaste woning nodig, die hun huidige huis niet kan bieden, zoals een beganegrond woning of een woning waar een lift aanwezig is, alles gelijkvloers, rolstoel begaanbaar, etc. Vaak zijn ze aangewezen op een WIA-uitkering, dus hun keuze is zeer beperkt. Het resultaat is, dat ze nog wel enige tijd in hun huidige huis moeten verblijven, ondanks alle (ondoenlijke) ongemakken.
Groep 2
Eén op de drie huwelijken/relaties worden verbroken. Hierdoor zal één van de twee de woning moeten verlaten. Vaak is dit de vrouw. Heeft men pech, dan heeft de vrouw weinig carrière opgebouwd. Woningpunten zijn er ook vaak niet. Waar moeten deze mensen naar toe? En dat zijn er zeer veel! Vaak krijgen zij onderdak bij familie of vrienden of zijn aangewezen op een noodwoning of vakantiehuisje, waar vaak de huur gigantisch hoog is!
Groep 3
Voor studenten is het zeer moeilijk om een kamer te bemachtigen. De ‘huisjesmelkers’ maken woekerwinsten met de huurprijs van kamers. Deze week kwam er nog het bericht, dat buitenlandse studenten zelf in asielzoekerscentra slapen of in de auto. Een makelaar gaf mij aan dat hij soms de vraagprijs van een kamer niet over zijn lippen kon krijgen: €850 euro voor 15 m2 en het toilet en de douche delen met 16 man!
Corporaties aan zet
De corporaties moeten door de overheid worden gewezen op hun verantwoordelijkheid. Zij moeten worden gedwongen en gestimuleerd om zich voornamelijk te richten op goedkope huurwoningen. En dit geldt niet alleen voor woningen onder de huurtoeslaggrens van € 592,55, maar ook woningen die net boven die grens liggen. Om dit tekort van 160.000 woningen weg te werken, bij een bouw van circa 30.000 per jaar, is men nog wel even bezig.
Eigen woning
Er moet meer ruimte geboden worden om een woning te kunnen aanschaffen. Er wordt nu naar het inkomen gekeken en gelijk afgewezen. Het onderpand is niet van belang, ook de huidige lage rente niet. Gaat men uit van een woning van € 125.000 op basis van een annuïteit en een rente van 2%, dan betaalt men per maand, inclusief de WOZ-waarde, rond de €400,-. Met ondersteuning van de overheid (garantie) en subsidie, die nu aan huursubsidie zou worden uitgegeven, zijn deze mensen veel goedkoper uit! En er is onderpand. Alleen nog een instantie die zich gaat richten op hypotheekverstrekking.
Tot slot
Al enige tijd zet ik mij hard in voor een dame, die door haar ex op straat werd gezet. Zij heeft geen woningpunten kunnen opbouwen en had, door lichamelijke aandoeningen, op dat moment geen baan. Het enige waar zij terecht kon was een vakantiewoning, die van alles mankeerde en zeer duur was in huur. Bovendien lag deze woning op 50km afstand van het ziekenhuis, waar ze enkele malen per week op aangewezen was.
Vele instanties heb ik gebeld. Toen ik de grootste woningbouwvereniging aan de lijn had en het verhaal uitlegde, dat deze dame het aan de nieren, het hart, de longen en de vaten had, kreeg ik als antwoord: “Iedereen heeft wel eens wat. De wachttijd is zes jaar voor haar!” Op mijn vraag of zij dan maar buiten op een bank moest gaan slapen, zei hij: “Die keuze is aan haar!”
Koos Dirkse, voorzitter HCF